Artikel in het AD Amersfoortse Courant door Thijs Tomassen.
Een herdershond trippelt rond op het erf. Links liggen balen hooi, rechts staat de stal waar koeien de nacht doorbrengen. Daarachter een weiland. Een doodnormale boerderij, zou je zeggen. Waar de eigenaar louter als agrariër leeft, of in elk geval zijn handen meer dan vol heeft aan zijn vee.
Niets is minder waar. Een bordje dat gemonteerd is voor aan de weg maakt het de alerte passant al duidelijk: in deze boerderij schuilt een ijsbedrijf. IJshoeve Ruitenbeek bestaat al vanaf 2005. Een plek waar de voorbijganger een ijsje kan halen, maar vooral een locatie waar exclusieve soorten ijs gemaakt worden voor horecabedrijven uit de omgeving.
Begin 2005 trokken Gert en Annette Verweij de stoute schoenen aan. Om hun boerderij rendabel te houden, besloten ze naast het houden van vee ijs te gaan maken. Niet zomaar ijs, nee, ambachtelijk boerenijs. Gemaakt met de melk van eigen koeien als hoofdbestandsdeel. In de boerderij werd een riante productieruimte gebouwd en het Grote IJsbereiden kon beginnen. "Een boer wil z'n brood toch thuis verdienen," zegt Gert.
Het agrarische echtpaar beleefde een vliegende start 'in het ijs'. "Diverse horecabedrijven uit de regio wisten ons al snel te vinden. Waarom? Nou, wij maken nu eenmaal een kwalitatief goed ijsje. Een vers product, van eigen melk. Sowieso doen streekproducten het erg goed de laatste jaren."
Gert noemt zichzelf nog altijd een boer, maar feit is dat hij samen met vrouw Annette zeker twee dagen per week ijs staat te produceren. Hij biedt een inkijkje in de ruimte waar het allemaal gebeurt. Trekt een bus open en we hoeven ons er niet eens naartoe te bewegen om de zoete karamelgeur op te snuiven. Toont de royale voorraad flessen drank die gebruikt wordt.
"Een fles champagne voor champagneijs, een fles witte wijn voor wijnijs, bier voor bierijs, we maken hier van alles," somt Gert op. Maar tot de de meest bijzondere soorten behoren toch echt knoflookijs, aspergeijs, en rodebietenijs. Piccalilly? De aanwezige fotografe trekt een vies gezicht. Ze moet er niet aan denken.
Gert kan er wel om lachen. De exclusieve soorten worden maar wat graag bij hem besteld door koks uit de regio. "Dergelijk ijs mag dan vreemd klinken, wij maken het natuurlijk wel lekker." Maar de meer gangbare smaken vanille en citroen blijven toch de echte hardlopers. "En chocolade doet het dit jaar verrassend goed. Als straks de peren er weer zijn, spelen we daar ook op in. Maken we perenijs."
Terwijl Gert aan de keukentafel het woord voert, zit Annette te breien. Het is vroeg in de ochtend, maar ze hebben er al een heel ritueel opzitten. Elke dag begint immers met het melken van zo'n dertig koeien. Dan is het: of ijs maken, of met de runderkoeien aan de slag, of verkopen. Want dat doen ze ook volop, aan huis en op markten. Niet alleen ijs, ook aardappelen van het eigen land, rundvlees van eigen vee en eieren van de scharrelkippen worden aan de man gebracht.
Het is hier heerlijk wonen en werken, vertellen de twee. Gert peelde als klein jochie in het aangrenzende Lockhorsterbos. "Dammetjes bouwen, schaatsen op de vijver, ik heb me nooit hoeven vervelen.” We liggen heerlijk achteraf, maar hebben alles toch zo dichtbij." Naast hun boerderij ligt een deel van de Ponlijn, waar op de meeste dagen tot tweemaal toe goederenvervoer overheen raast. Maar daar is ook wel alles mee gezegd wat het geluid betreft. Annette: "Het is heerlijk om hier je ogen dicht te doen en gewoon te luisteren naar de stilte. Af en toe een vogel. Slechts als het wegdek van de Arnhemseweg nat is, hoor je het geraas van de auto's."